thema: Huis van het Christendom

Het bijgeloof van christenen

Er is heel wat mis met het christelijk geloof. Zoals bijvoorbeeld dat het instituut Kerk het monopolie heeft om te bepalen wie wel en wie niet ware christenen zijn. En dat christenen dit zelf niet weten, dat is ook wel fout. Bovendien is het christendom de enige religie met een god zonder naam. Iets waar die god zelf het helemaal niet mee eens is. Dus dat is ook erg fout.

Christenen denken dat ze christen zijn op basis van hun geloof in Jezus Christus, maar wat ze niet weten is dat de Kerk er extra voorwaarden aan heeft verbonden die niet in de bijbel voorkomen, en daarnaast voorwaarden heeft uitgewist die wel in de bijbel staan.

1) Je moet geloven, aanvaarden en belijden dat God een goddelijke drie-eenheid is, van drie personen die alle drie God zijn – te weten God de vader, die de HEERE God heet, en God de zoon, die de Here Jezus Christus heet, en God de Heilige Geest, die geen naam heeft maar in plaats daarvan hoofdletters heeft gekregen voor zijn titel – terwijl er toch maar één God is. Dit is een extra voorwaarde door de Kerk gesteld om christen te kunnen zijn.

2) Je mag de werkelijke namen YHWH Elohiym en Y’hoshua HaMashiach niet kennen, laat staan noemen. Het bijbelse gebod om YHWH en Y’hoshua bij hun ware namen aan te roepen werd door de Kerk uitgewist en vervangen door juist een totaal verbod op die namen waardoor ze al eeuwen lang niet meer in de vertaalde bijbels te vinden zijn.

Christenen zijn dus mensen die volgens de Kerk voor de eeuwigheid behouden zijn en na hun dood direct naar de hemel opstijgen omdat ze het ‘ware geloof’ aanvaarden, terwijl de bijbel hen juist afschildert als blinde schapen die door hun blinde leiders naar de ondergang worden geleid omdat ze enerzijds een bijgeloof omarmen en anderzijds de enig ware naam die naar behoudenis voert afwijzen.

Behouden zijn

Volgens het woordenboek is een christen “iemand die de christelijke godsdienst belijdt.” Volgens de protestants-evangelische kerken zijn christenen mensen die ‘behouden zijn voor de eeuwigheid’ op basis van hun geloof in de dood en opstanding van Y’hoshua HaMashiach (die ze Jezus Christus noemen) ter vergeving van hun zonden. Het geloof in de Jezus Christus van het Christendom is voldoende om behouden te zijn voor de eeuwigheid, er mensen worden in de waan gehouden[^stiekum] dat er verder geen voorwaarden worden gesteld om in de hemel te komen.

Kortom, wil je naar de hemel als je sterft, kom dan tot Jezus en dan zorgt hij er verder wel voor dat je behouden wordt.

Evangelie naar Johannes

Het woord evangelie heeft in het Christendom de betekenis van de blijde boodschap dat mensen behouden kunnen worden op grond van hun geloof in Jezus Christus. De bijbel bevat vier evangeliën, van vier evangelisten, en het evangelie naar Johannes heeft in het Westen de status van belangrijkste van die vier. Wanneer bijbelvertalers aan een nieuwe vertaling beginnen, is dit bijbelboek het eerste waaraan men begint, en zodra het klaar is wordt het als zelfstandige uitgave ter beschikking gesteld t.b.v. missionaire doeleinden. De reden hiervoor is, dat men over het algemeen aanneemt dat het Johannes-evangelie alle stof bevat die een mens moet weten om te kunnen komen tot ‘bekering’ en behoudenis.

In het Johannes evangelie is echter niets terug te vinden van de geruststellende boodschap, dat een mens alleen maar hoeft te geloven dat de Christus gestorven en opgestaan is ter vergeving van zonden teneinde behouden te blijven en naar de hemel te gaan. Christenen denken wel allemaal dat dit de blijde boodschap is van Johannes, maar in werkelijkheid beschrijft deze evangelist het toch net even iets anders.

Wanneer je een christen vraagt wat het evangelie nou precies inhoudt, zal je negen van de tien keer een blij gezicht gezien, en krijg je te horen dat het antwoord staat in Johannes 3:16. En in acht van de tien keer zal dezelfde christen je vervolgens laten merken dat hij of zij de tekst uit het hoofd kent, en tegen je zeggen dat God de wereld zo heeft liefgehad, dat hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

Johannes 3:18

Johannes heeft echter iets toegevoegd, en dat wordt gemakshalve vergeten. Twee verzen na 3:16 vinden we 3:18 waarin staat dat een ieder die in hem (Y’hoshua) gelooft niet veroordeeld is, maar dat ieder die niet gelooft al reeds veroordeeld is omdat hij of zij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren zoon van God.

De boodschap van Johannes is dus tweeledig, en dit wordt volkomen genegeerd. Men dient namelijk niet alleen te geloven dát de zoon van Elohiym (God voor christenen) gestorven is als plaatsvervangend slachtoffer ter vergeving van zonden (en na drie dagen is opgestaan) maar ook dient men te geloven in de naam van die zoon van Elohiym.

Die naam luidt Y’hoshua en de betekenis van die naam is ‘YHWH redt.’ Die naam luidt niet Jezus Christus, en het is ook niet zo dat die Jezus de heiland is die zondaars redt.

De naam van Elohim

De naam van Elohiym is het hete hangijzer van het christendom. In de Engelse taal zou ik schrijven dat de naam van Elohiym “the elephant in the room” is. Dit gezegde wordt gebezigd om een controversieel onderwerp aan te duiden dat overduidelijk aanwezig is maar waar niemand over wil praten. De naam van Elohiym is zo’n onderwerp waar de meeste christenen zelfs niet over willen dénken.

De naam van Elohiym is, zoals hij zelf meedeelt aan Mosheh: “YHWH, de Elohiym of your fathers,” en hij voegt er aan toe “dit is mijn naam voor eeuwig, en zo wil ik dat je aan me refereert van generatie tot generatie.”

En wanneer de maker van hemel en aarde de woorden meedeelt die in de hele wereld bekend zijn geworden als de Tien Geboden, begint hij met, “Ik ben YHWH, jullie Elohiym, die jullie uit het diensthuis van Egypte heb geleid.”

De naam van Y’hoshua

Mensen moeten geloven in de naam van de zoon des mensen. En dat is penibel, want dat doen de meeste christenen nou juist niet. Ze geloven in de fake-naam Jezus die de kerk aan Y’hoshua heeft gegeven, maar ze geloven absoluut niet in de werkelijke naam van Y’hoshua, zoals die dooor een boodschapper van Elohiym aan de moeder van Y’hoshua werd medegedeeld.

Hier moet je even bij stilstaan.

Gabri’el is een met name genoemde engel die in directe opdracht van de maker van hemel en aarde naar het huis van Miryam (Maria) in Názareth wordt gezonden met de specifieke opdracht om aan de toekomstige moeder te vertellen hoe zij die zoon straks noemen moet: Y’hoshua, hetgeen betekent ‘YHWH redt.’

Maar drie of vier eeuwen na die geboorte bedenkt een stel theologen dat het anders moet, en ze veranderen die naam in Iesous. Hetgeen betekent ‘Heil Zeus.’ Nog weer later verschijnt er een Nederlandse taal ten tonele, en in die taal wordt Iesous veranderd in Jezus. In het Engels wordt er Jesus van gemaakt en in het Duits Jesu.

Maar de naamgever zelf heeft daar nooit toestemming voor gegeven. De maker van hemel en aarde heeft aan Adam opdracht gegeven om namen te bedenken voor de dieren, maar hij heeft geen toestemming gegeven aan rabbi’s en theologen om een andere naam te bedenken voor zijn eniggeboren zoon.

De zoon zelf heeft het natuurlijk ook nooit in zijn hoofd gehaald om de naam die hij van zijn vader in de hemel heeft gekregen te veranderen. En er is ook geen enkele apostel geweest, en geen enkele discipel, waarop de kerk zich ten aanzien van het veranderen van de naam van Y’hoshua kan beroepen. Het is gewoon eigengereide arrogantie van een beroepsgroep die door Y’hoshua consistent met ‘addergebroed’ werd gekarakteriseerd, waardoor het onzalige idee1 is ontstaan om de naam van Y’hoshua bij het oud vuil te zetten.

En wat doen christenen? Al eeuwen lang? Ze accepteren de leugens van de mannen die met gespleten tong spreken. Ze roepen ‘Jezus redt!’ naar elkaar en roemen op hun vast geloof in het onveranderlijke woord van God. Maar ondertussen accepteert niemand van hen dat het woord inderdaad onveranderlijk is en dat fake-namen als Jezus en God en LORD nergens als naam gebruikt worden voor YHWH en Y’hoshua. Christenen wéten het niet eens, want de theologen hebben de werkelijke namen weggestreept uit het ‘onveranderlijke’ woord van Elohiym.

De essentie van het evangelie

De vermeende essentie van het christelijk evangelie is dat ieder die gelooft dat Jezus Christus de zoon van God is, door dat geloof gerechtvaardigd is voor God en zo behouden is voor de eeuwigheid, en na het sterven naar de hemel2 gaat.

Dat geldt echter in werkelijkheid niet voor mensen die geloven in Jezus Christus, want die naam klopt niet, maar voor een ieder die gelooft dat de eniggeboren zoon van YHWH Elohiym, de messias is die gestorven is en opgestaan uit de dood, Y’hoshua heet.

Extra voorwaarden

Christenen belijden dat ze gered zijn op basis van wat er in de bijbel staat, maar christenen beseffen niet dat ze tevens moeten instemmen met enkele bedenkels van theologen uit vroeger eeuwen.

Wat niet of nauwelijks in de prediking behandeld wordt, is dat de kerk eigen voorwaarden heeft toegevoegd aan de bijbelse voorwaarden. Er is een extra, kerkelijke voorwaarde die als absolute vereiste geldt en deze is te vinden in de geloofsbekentenis van Athanasius. Hierin staat dat om behouden te kunnen worden, een mens allereerst! moet geloven dat God en Jezus en de Heilige Geest een Triniteit vormen. En net zoals Johannes 3:18 stelt wat er gebeurt met mensen die niet geloven in Johannes 3:16, zo beschrijft ook Athanasius eerst wat mensen moeten geloven, namelijk geloven in de Drie-eenheid, waarna hij vervolgens uiteenzet wat er gebeurt wanneer iemand dat niet gelooft: iedereen die niet wil geloven in de Triniteit, kan niet behouden worden.

Met andere woorden, om behouden te worden moet een mens aan twee voorwaarden voldoen:

  1. op de eerste plaats geloof in de Triniteit
  2. daarnaast geloof in de dood en opstanding van Christus.

Waarom heeft bijna geen enkele christen kennis van deze aanvullende voorwaarde voor behoudenis? Waarom sluit men er de ogen voor, waarom gaat men welbewust ieder gesprek hierover met grote verbetenheid uit de weg?

Zodra je aan een christen vraagt wat er nodig is om behouden te worden, krijg je als antwoord dat Jezus Christus gestorven is voor de zonden van de mensen.

Maar wanneer je dan vraagt wat er staat in de geloofsbelijdenis van Athanasius, dan krijg je geen antwoord, want bijna geen christen weet het. En als je vraagt aan een christen waarom ze die geloofsbelijdenis dan belijden, tijdens catechisatie, voorafgaand aan het ‘volwaardig’ lidmaatschap van de kerk, dan weet men het ook niet. En als je daar dan verbaast op reageert, dat mensen een belijdenis uitspreken met betrekking tot een geschrift dat ze blijkbaar kennen noch begrijpen, dan worden ze boos. En wanneer je voorzichtig wil aantonen dat die geloofsbelijdenis van Athanasius in directe tegenspraak is met de leer van de bijbel zelf, dan lopen ze weg.

Geloofsbelijdenissen - PKN

Ik denk dat christenen goed moeten beseffen wat er staat in de paragraaf hieronder uit een brochure van de PKN. De overkoepelende organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland verklaart hier namelijk onomwonden, dat de wijze waarop mensen zich bekennen tot het christelijk geloof, gedefinieerd is als: het geloof te belijden volgens belijdenisgeschriften.

De ware essentie van de verschillende belijdenisgeschriften blijkt uit de functie die zij vervullen in het christelijke geloofsleven. Wereldwijd belijden christenen het geloof volgens belijdenisgeschriften. Door op deze manier het geloof te belijden bekennen zij zich openlijk tot het christelijke geloof. 3

Dit houdt drie dingen in.

  1. Bekeren, of zich bekennen tot het christelijk geloof, is niet een zaak van een individu in directe relatie tot de maker van Hemel en Aarde, maar bekering vindt plaats binnen het instituut Kerk, en wel op de manier die het instituut heeft vastgesteld.

  2. Bekennen tot het christelijk geloof volgens de methode van het belijden van belijdenisgeschriften betekent concreet, dat het uitspreken van die belijdenis het moment is waarop iemand een christelijke gelovige wordt. Omdat men een christen wordt door het belijden van het geloof volgens de belijdenisgeschriften, wordt men dus niet een christen wanneer men het geloof niet belijdt volgens de belijdenisgeschriften. Men wordt dus geen christen wanneer men weliswaar gelooft, maar dat niet belijdt volgens de belijdenisgeschriften.

Een christen is dus, in ieder geval in Nederland, te definiëren als iemand die hardop uitgesproken heeft om de belijdenisgeschriften van de Protestantse Kerk Nederland te aanvaarden.

Let op wat dit betekent: iemand die gelooft in de maker van hemel en aarde; die gelooft dat de zoon des mensen ter vergeving van onze zonden is gestorven; die iedere dag de bijbel leest en gelooft wat er staat; die iedere dag tot de hoogste Elohiym bidt op de wijze die Y’hoshua HaMaschiach geleerd heeft; en die tot de innerlijke overtuiging is gekomen dat hij zijn relatie met de Elohiym van hemel en aarde wil herstellen, maar die niet tijdens een kerkdienst belijdenis heeft gedaan volgens obscure belijdenisgeschriften uit de vroegste Middeleeuwen, zo iemand is geen christen want hij of zij is niet toegetreden tot het christelijk geloof. Diepgelovig zijn is niet hetzelfde als christen zijn. Wie had dat gedacht, eh?

  1. De essentie van de belijdenisgeschriften is dat zij het christen zijn bepalen. Het is niet afhankelijk van de bijbel, en ook niet van een persoonlijke relatie tussen de Schepper en een gelovig mens. De Heidelbergse Catechismus en de Apostolische Geloofsbekentenis en de Dordtse Regels en de Creed van Athanasius bepalen wie een christen is.

Dit beweert de Kerk dus allemaal. Zonder blozen. En bijna alle christenen aanvaarden het, zonder het echter te weten.

Intermediairs

Het lijkt mij een onverwacht onthutsende boodschap voor veel oprechte christenen. Want geloven christenen niet over het algemeen dat zij een persoonlijk relatie hebben met God? Denken christenen uit Protestantse hoek niet dat zij een heel andere relatie tot God hebben dan bijvoorbeeld Rooms-Katholieke christenen, die immers geen persoonlijke relatie hebben met God omdat de Paus en de heiligen optreden als tussenpersonen?

Protestantse christenen hebben geen intermediairs nodig behalve Jezus Christus. Protestantse christenen hebben een directe relatie met de Godheid. En de Kerk is een plaats om samen te komen met andere christenen.

Denken ze. Maar ze zitten er volkomen naast. Je bent pas een christen als je de belijdenisgeschriften van de Kerk hebt beleden. Anders niet. Anders ben je misschien wel een buitenkerkelijke gelovige, en behoor je tot een sekte, maar je bent zeker geen christen. Je kunt wel een gelovige zijn zonder hulp of bemiddeling van tussenpersonen, maar een echte, ware christen, dat ben je alleen via de Kerk, of het nou die van Rome is of van Lausanne.4

Laat ik het op vier manieren samenvatten:

  • Of iemand zich terecht christen kan noemen hangt niet af van een mens zelf, maar van de Kerk.
  • De Kerk heeft het monopolie om te bepalen of iemand kan worden gekwalificeerd als christen.
  • De Kerk is niet alleen een plaats om samen te komen met andere christenen; de Kerk is de enige plek waar je christen kunt worden.
  • Een mens kan geen christen zijn buiten het Instituut Kerk om.

De grote misvatting is de gedachte dat het christendom zou berusten op de bijbel en dat christenen mensen zouden zijn die hun directe relatie met de schepper herstellen door bemiddeling van de messias. Want daar is niets van waar. Als je een ‘volwaardige’ christen wil zijn moet je voldoen aan de voorwaarden van de Kerk.

En die voorwaarden houden onder andere in, dat je de bepalingen van YHWH Elohiym over het juiste gebruiken van zijn naam, alsmede het geloven in de ware naam van Y’hoshua HaMashiach, moet negeren. En daarnaast staat in die voorwaarden dat je je verstand op nul moet zetten omdat je moet uitspreken dat je aanvaardt dat drie gelijkwaardige ‘goddelijke’ personen samen één God vormen. En de tweede persoon van de Trinity, Jezus, God de zoon, die is 100% God en 100% mens. Tegelijkertijd. En dat je het niet kan begrijpen ligt niet aan jou, maar is nou eenmaal zo omdat God zo hoog verheven is dat we hem met ons verstand niet kunnen bevatten. De God die zo graag wil dat je hem liefhebt en gehoorzaamt, die hoef je niet te begrijpen want dat je hem niet kan bevatten bewijst namelijk dat hij God is. En gehoorzamen hoeft niet meer want Jezus, die persoon van 200 procent, is voor je zonden gestorven en daarom speelt die strenge wet geen rol meer voor je.

Fazit

Of je bent een christen, dan hoor je bij de Kerk – nadat je belijdenis hebt gedaan waarin je hebt uitgesproken dat je het bijgeloof van de drie-eenheid aanvaardt en waarin je zorgvuldig hebt vermeden om de werkelijke namen van YHWH en Y’hoshua te noemen.

Of je bent een buiten-kerkelijke gelovige, weliswaar met een persoonlijke, herstelde relatie met YHWH Elohiym op basis van je geloof in de naam van Y’hoshua HaMashiach, maar zonder dat je jezelf christen mag noemen.

Overlappingen zijn er niet. Of je hoort op basis van je geloofsbelijdenis bij de Kerk, dan mag je jezelf christen noemen; of je hoort op basis van je geloof in Y’hoshua HaMashiach bij YHWH de Elohiym van hemel en aarde, en dan mag je jezelf volgeling noemen.

Raakvlakken zijn er ook niet. Je moet dus kiezen om bij één van die twee te horen. Of je kiest niet, en dan hoor je gewoon nergens bij.


  1. onzalig: omdat de naam Y’hoshua de enige naam is op aarde die zalig maakt, is het uitwissen van die naam dus onzalig. 

  2. Het dogma van na het sterven direct naar de hemel gaan is ook een misvatting, maar dat is zo’n uitgebreid onderwerp dat ik er een apart hoofdstuk aan wijd. 

  3. Geloof belijden in de Protestantse Kerk in Nederland, 21 jan 2020 

  4. In Lausanne is de Wereldraad van Kerken gevestigd, het overkoepelend orgaan van alle protestantse en evangelische kerken. 


Tags: christendom, christenen, geloof, bijgeloof
Thema: Huis van het Christendom
Geschreven: 24 april 2020
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Onderwerpen » Christendom » Bijgeloof van christenen