thema: Theologisch woordenboek

Het woord 'messias' is rechtstreeks van het Hebreeuwse woord 'mashiyach' afgeleid en in onze taal terecht gekomen. Het woord 'christus' is ook afgeleid van het Hebreeuwse 'mashiyach,' maar dan via de omweg van de Griekse taal en het woord 'christos.' De bedoelde oorzaak van een hoop verwarring.

De woorden ‘messias’ en ‘christus’ hebben hetzelfde Hebreeuwse woord mashiyach als oorsprong en zouden daarom dezelfde betekenis moeten hebben. Er zit echter een wereld van interpretatie en dogmatiek, en zelfs vijandschap tussen.

Messiaanse joden

Messiaanse joden heten zo, omdat ‘bekeerde’ joden er niet aan moeten denken christelijke joden genoemd te worden.

Beide groepen, christenen en messiaanse joden, geloven in de dood en opstanding van één en dezelfde mashiyach; lezen dezelfde bijbel; en stemmen in met het gebod om elkaar lief te hebben zoals men zichzelf liefheeft. Maar in de praktijk gaat het al te ver om onder een zelfde noemer te worden geschaard!

De afkeer die de joden voelen komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Veel christenen zijn al eeuwen lang bezig om zich tegen ‘de joden’ af te zetten. We hoeven alleen maar te denken aan de polemiek van Luther, of aan de vervangingsleer, die opvatting dat christenen de joden vervangen zouden hebben in ‘de gunst van God’.

Christenen

Christenen heten zo, omdat ze er niet aan moeten denken, messiaanse heidenen te worden genoemd.

De discipelen werden voor het eerst christenen genoemd in Antiochië zegt Lukas in Handelingen 11:26: “En het is geschied, dat zij een geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochie Christenen genaamd werden.” - Statenvertaling.

De NIV verklaart bij dit vers dat niet bekend is of de volgelingen zichzelf christenen gingen noemen, of dat de term bedacht werd door mensen die het als een verwijt of een aanklacht bedoelden.

Maar wat ook niet duidelijk wordt uit deze passage, is of de benaming christenen al dan niet exclusief betrekking had op de discipelen uit de heidenen.

In de passage staat dat sommige apostelen zich uitsluitend op de joden in Antiochië richtten. En dat anderen, mannen uit Cyrene en Cyprus, in Antiochië ook begonnen te spreken met de Grieken, oftewel de heidenen aldaar.

Dus in Antiochië,

  • waren er zowel uit de joden als uit de heidenen mensen die geloofden in, en zich bekeerden tot Y’hoshua HaMashiyach,
  • werden de volgelingen voor het eerst christenen genoemd.

Wat ik uit deze twee gegevens afleidt, is dat zowel de joodse volgelingen als ook de volgelingen uit de heidenen, dus mensen uit beide groepen christenen werden genoemd.

Deze veronderstelling wordt ondersteund door de Romeinse geschiedschrijver Flavius Josephus, die ongeveer in dezelfde tijd leefde en schreef als de apostelen.

Now there was about this time Jesus, a wise man, if it be lawful to call him a man; for he was a doer of wonderful works, a teacher of such men as receive the truth with pleasure. He drew over to him both many of the Jews and many of the Gentiles. He was [the] Christ. And when Pilate, at the suggestion of the principal men amongst us, had condemned him to the cross, 541 those that loved him at the first did not forsake him; for he appeared to them alive again the third day; 542 as the divine prophets had foretold these and ten thousand other wonderful things concerning him. And the tribe of Christians, so named from him, are not extinct at this day.

Antiquities of the Jews - Book XVIII @965

Josephus vermeldt dus dat “many of the Jews and many of the Gentiles” volgelingen van de christus werden, en dat deze gemeenschap van mensen “Christians” werden genoemd. Precies zoals het in Handelingen beschreven is. De scheuring tussen messiaanse joden en messiaanse heidenen moet derhalve van latere datum zijn. Het feit dat de kerk de benaming christenen heeft opgeëist en uitsluitend van toepassing verklaart voor messiaanse heidenen, is onbijbels en een ontkenning van de geschiedenis.

In dit kader ben ik het een keertje eens met David Stern, die in het voorwoord van zijn Complete Jewish Bible hier op in gaat.

Christians who recognize that they have *joined* Israel, not *replaced* it, and Messianic Jews who identify fully with *both* the Jewish people *and* the Jewish Messiah, Yeshua, are now working together to heal the split between the Church and the Jewish people.

— David Stern. Complete Jewish Bible. p. xxxviii

Messias en Zalven

Strong’s woordenboek - H4889
מָשִׁיחַ mâshîyach from H4886; anointed; usually a consecrated person (as a king, priest, or saint); specifically, the Messiah: - anointed, Messiah.
Messias < Hebreeuws
de in de Bijbel genoemde verlosser: Jezus is de ~ voor de christenen

Als we erkennen dat Jezus de verlosser is voor de christenen, terwijl de bijbel vol staat met aanwijzingen dat Y’hoshua voor de verlossing van ‘de joden’ is gekomen, dan blijkt ook hieruit dat het woord christenen ook de messiaanse joden insluit.

Het woord mashiyach is afgeleid van het root-woord mâshach. De begrippen olie en (in)smeren zijn aan elkaar gerelateerd, en het woord mashiyach is een afgeleide daarvan, met de betekenis van iemand die is ingesmeerd met olie als teken van autoriteit. Zoals Jeff Benner beschrijft in zijn Ancient Hebrew Lexicon. In het Nederlands heet dat ‘zalven.’

Ancient Hebrew - 2357 (b)
(MShHh) מָשִׁיחַ mâshı̂yach
action: Smear, concrete: Ointment - Ointments were made from oils and smeared on injuries for healing. Oil was also smeared on the heads of individuals who are being given the office of a prophet, priest or king as a sign of authority. V) To smear with oil as a treatment or as a sign of authority. [freq. 69] Nf1) Ointment: The oil that is smeared. [freq. 26] bm) Smeared: One who is smeared with oil as a sign of authority (prophet, priest or king). [freq. 39] kjv: anointed, messiah - {H4899}
Prisma woordenboek
zalven - werkwoord [ zalfde, heeft gezalfd ] 1 met zalf insmeren figuurlijk iemand de hand(en) zalven: iemand geld geven, om iets van hem gedaan te krijgen 2 met zalfolie begieten als ritueel bij een beëdiging of inwijding; iemand tot koning zalven

gezalfde - de (m) [-n] jodendom, christendom - priester, koning die een inwijdingsritueel heeft ondergaan de Gezalfde des Heren, Christus

We zouden in de Nederlandse taal een ander woord moeten gebruiken in plaats van christus of messias, te weten gezalfde. Zouden we dit doen, dan zou er misschien een eind komen aan het verkeerde gebruik om het woord christus als achternaam van Y’hoshua te beschouwen. Hij zou dan namelijk in het Nederlands Jezus de gezalfde heten en niemand zou meer hoeven denken, dat ‘gezalfde’ een achternaam is.

Daarnaast wil ik nog even vermelden dat de term ‘Y’hoshua de gezalfde’ de beste vertaling is van de oorspronkelijke term Y’hoshua haMashiyach. Niet alleen omdat het de enig juiste is, maar omdat het de enige vorm is die überhaupt een vertaling kan worden genoemd. Het woord ‘messias’ is namelijk niet een vertaling van het woord mashiyach, maar een verminking van een transliteratie.

  • Het woord mashiyach is de transliteratie van het Hebreeuwse מָשִׁיחַ.
  • Het woord ‘gezalfde’ is werkelijk een vertaling van het Hebreeuwse dat woord.
  • Het woord ‘messias’ is geen van beide. Was je maar warm of koud, zei Y’hoshua de gezalfde, maar omdat je lauw bent kots ik je uit. Het woord messias is een lauw woord.

Indien de Nederlandse taal verrijkt kan worden met woorden als ‘de mazzel’ waarom dan niet ook met een woord als ‘mashiach?’ Waarom is het nodig de a door een e te vervangen en de laatste lettergreep te vervangen door de Griekse uitgang ias? Terwijl we geen van allen, christen noch atheïst, ook maar het geringste probleem hebben om de woord uitgang ‘ach’ uit te spreken.

Het woord ‘messias’ is van beide niks.

Suggestieve hoofdletters

Laten we eens kijken naar een ander aspect in het arsenaal van bijbelvertalers om voor verwarring te blijven zorgen, namelijk het suggestieve gebruik van hoofdletters.

Het woord heidenen wordt niet met een hoofdletter geschreven. Waarom zou dan het woord christenen wel met een hoofdletter moeten worden geschreven. En waarom het woord gelovigen niet ook met een hoofdletter? Ja, waarom zouden we niet, net als in de Duitse taal, gewoon alle Zelfstandige Naamwoorden met Hoofdletters gaan schrijven?

Ik ben van mening dat het woord gezalfde geen hoofdletter nodig heeft. In de zin “de priester wordt gezalfd,” waarom zou ‘gezalfd’ daar met een hoofdletter moeten?

Y’hoshua werd eveneens gezalfd. Y’hoshua de gezalfde. Dus ook geen hoofdletter. Y’hoshua de christus, ook geen hoofdletter.

Nu weten we uit de geschiedenis dat sommige personen bekend zijn geworden met een bijvoeglijk naamwoord dat als bijnaam werd gebruikt. Dit werd ook met een hoofdletter geschreven. Philips de Tweede, Karel de Grote, Willem de Zwijger. Maar let op: in al deze gevallen wordt er een lidwoord gebruikt voor het bijvoeglijk naamwoord.

Jezus de Christus zou dus ook heel goed kunnen. Maar de theologie heeft daarvan afgezien. De bijbelvertalers hebben er Jezus Christus van gemaakt, voornaam en achternaam, en dat is volkomen onjuist en dus ben ik het er volledig mee oneens. Y’hoshua heette niet Christus. Ook niet mashiyach. En ook niet Messias. Christus, messias en mashiyach zijn titels, beschrijvingen, maar het zijn geen achternamen.

Bovendien, waarom dan eigenlijk niet Jezus Gekruisigde? Of Jezus Opgestane? Omdat het zo overduidelijk is dat ‘gekruisigde’ en ‘opgestane’ geen achternamen zijn?

Overigens, om van titel naar achternaam te evolueren is het noodzakelijk, dat het een algemeen gebruik weerspiegelt. Timmerman, bijvoorbeeld is ook een titel, en deze is tot achternaam geworden, omdat het op veel mensen van toepassing is, en omdat het een algemeen beroep betreft.

Jan de Timmerman. Piet de Molenaar. Kees de Boer. Titels die tot achternamen zijn geworden. En in de loop der generaties is veelal het lidwoord weggevallen. Jan Timmerman. Piet Molenaar. Kees Boer. Dus hieraan zou je nog kunnen aanknopen om van Jezus de Gezalfde tot Jezus Gezalfde te evolueren.

Maar bijna niemand is gekruisigd, en als iemand al gekruisigd is, dan kunnen we grote mate van waarschijnlijkheid stellen dat die persoon geen nageslacht meer heeft verwekt. Johan de Gekruisigde zullen we dus niet tegenkomen. Net zomin als Peter de Opgestane of Cornelis de Christus. En Johan Gekruisigd, Peter Opgestaan of Cornelis Christus al helemaal niet. En we kennen dus wel Rembrandt Harmenszoon van Rijn, maar geen Johannes Geckruisigtszoon van Maesland. En ja, dit soort overdenkingen vind ik heel leuk.

Enfin, net zoals we het juist vonden om Willem de Zwijger te schrijven zouden vertalers dus heel goed Jezus de Christus hebben kunnen gebruiken. Maar het bepaalde lidwoord ‘de’ is vanaf het begin al weggelaten. Opzet of een gebruik door gewoonte? Het eerste. De ‘naam’ Christus is gepositioneerd als familienaam. De familie Molenaar, de familie Schilder, de familie Christus.

De maker van hemel en aarde heette echter niet Christus, en om die reden kan diens zoon dus ook niet zo heten. Daarnaast is ‘christus’ geen algemeen gebruikt woord, derhalve heeft het ook op die manier niet tot een achternaam kunnen leiden. Het gebruik van Jezus Christus als naam is volledig toe te schijven aan de theologie en zelfs niet in geringste mate aan de bijbel of de geschiedenis.

Gewenning

Gristenen zijn gedachteloos gewend geraakt aan hun hoofdletter C. Geheel ten onrechte. Door de hoofdletter C in het woord christus en christenen weg te laten, wil ik het volgende duidelijk maken.

  • Y’hoshua is de zoon van zijn hemelse vader, en die vader heet niet Christus met zijn achternaam. YHWH heeft geen achternaam.
  • Ook Yoseph, de stiefvader van Y’hoshua, heette niet Christus. Een engel van YHWH sprak hem aan met Yoseph ben Dawid, Jozef zoon van David. In het Holland in de tijd van Rembrandt zouden we zeggen Jozef Davidszoon.
  • In de bijbel is er helemaal niemand die Christus heet, en ook daarom is er niemand bekend die ‘zoon van Christus’ genoemd wordt, of Christuszoon.
  • Wanneer mensen niet werden genoemd naar hun vader, dan werden ze soms genoemd naar de plaats waar ze vandaan kwamen. Yoseph van Arimathea. Yehuda ish Keri’ot (Judas de man van Keri’ot). De plaats Christus bestaat echter niet, en daarom heet niemand Simon van Christus of Jozef uit Christus.
  • als de woorden ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ niet met hoofdletters worden geschreven, waarom het woord ‘christenen’ dan wel? En ‘heidenen’ weer niet?
  • Indien het bijvoeglijk naamwoord ‘christus’ of ‘messias’ als bijnaam wordt gebruikt, dan moet het bepaald lidwoord worden gebruikt. Dus Jezus de Messias kan wel, maar Jezus Messias niet.
  • En, als allerbelangrijkste, door Christus als naam te beschouwen wordt het zicht vertroebelt op wat Y’hoshua kwam doen. Hij is door YHWH Elohiym aangewezen voor een specifieke taak en daartoe gezalfd. Hij is Y’hoshua de gezalfde maar hij is niet de man met voornaam Jezus en achternaam Christus.

Grammatica van het lidwoord

Er is een verschil tussen de vertaalde bijbels van het christendom, en de oorspronkelijke, Hebreeuwse bijbel van de maker van hemel en aarde.

De Hebreeuwse bijbel noemt nergens de naam Y’hoshua Mashiyach. En in de boeken van het nieuwe testament staat overal Y’hoshua ha mashiyach. Als vertalers die naam per sé moeten ‘vertalen’, dan zouden we in Nederlandstalige bijbels de naam Jezus de Christus moeten zien. In de Engelse vertalingen Jesus the Christ.

Maar er is sprake van een andere agenda. Het gaat niet om wat er in de oorspronkelijke geschriften staat, maar om het instandhouden van de tradities van de kerk. Er is onwaarschijnlijk veel geïnvesteerd in de leer over een god-mens die Jezus Christus heet en die gelovige mensen redt van de zonde. Daarom komt die ‘naam’ dus zo vaak voor en komen we deze in de bijbel van het christendom als volgt tegen:

  • in opschriften boven passages. Deze opschriften staan niet in de manuscripten maar zijn door de vertalers en de redacteuren toegevoegd.1
  • in de tekst als vervanging van ‘Jezus de christus.’ Overal waar je “Jezus Christus” in de bijbel ziet staan, kun je er gevoegelijk van uitgaan dat er in de Griekse grondtekst Y’hoshua de mashiyach staat. Werkelijk.

In de bijbel wordt de zoon van de hoogste elohiym nergens Jezus Christus genoemd, of Jesus Christ. Ook niet Y’hoshua mashiyach. Er bestaat geen vertaal-technische rechtvaardiging voor Jezus Christus. Er is alleen een traditioneel-dogmatische reden, in stand gehouden door vertalers en editors.

Matthew 1:18

The Birth of Jesus Christ (heading)
This is how the birth of Jesus Christ came about… —NIV

De geboorte van Jezus Christus was nu aldus… —Statenvertaling

De geboorte van Y’hoshua de mashiyach was aldus… — Wat er werkelijk staat.

Doop van Y’hoshua

Van de woorden ‘mashiyach’ en ‘christus’ hebben we gezien dat deze in onze taal ‘gezalfde’ betekenen. Wanneer is Y’hoshua gezalfd? Wel, op het moment dat hij gedoopt werd door Johannes. Hij kwam op uit het water, en de hemel ging open en de geest van YHWH daalde op hem neer in de gedaante van een duif. En dat dit de zalving was wordt door Petrus bevestigd.

Mattheüs 3:16

En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.

— Statenvertaling
Handelingen 11:38

Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht…

— Statenvertaling

En waarom een duif? Zalven is met olie besprenkelen. Y’hoshua werd met de geest van YHWH gezalfd. Om dat aanschouwelijk te maken nam de geest de gedaante aan van een duif, die vanwege de olijftak in het verhaal van Noach symbolisch is voor zalven met olie.

En waarom olie van de olijf? Omdat de olijf symbolisch is voor reverential fear, in Nederlands vaak vertaald als ‘heilig ontzag.’

As popular instances of the light to be thrown on the difficulties of ancient classical literature by a reference to Semitic roots, may be mentioned the application by Sophocles of the epithet Morah equally to Jupiter and to the olive tree. The word Morah occurs in Mal. ii. 5, as reverence, reverential fear—both the deity and the consecrated olive were to be reverenced. The olive was held sacred, as may be seen from the use made of it in the East as a pledge of peace—a usage supposed to have been derived from the branch brought by Noah’s dove. From Neh. viti. 15 we find that olive branches were among those commanded to be used in the Feast of Tabernacles, and of this tree Solomon made two cherubim before the oracle. It was also consecrated among divinely appointed emblems. @78-79 Mazzaroth or the Constellations, London 1862

Y’hoshua is dus pas vanaf zijn doop ‘de gezalfde.’ Daarvoor niet. Dat betekent, dat ook om deze reden alle! verwijzingen in alle! vertalingen van alle! bijbels fout zijn, waar Y’hoshua vóór die gebeurtenis als Christ of Christus wordt genoemd. Zoals hierboven al uiteengezet, is de naam Jezus Christus sowieso verkeerd, en de tweede reden is dus omdat Y’hoshua pas na zijn doop de christus werd.

Hierboven zagen we dat de NIV het heeft over de geboorte van Jesus Christ. Twee verzen eerder passen ze eenzelfde soort truuk toe, door te ‘vertalen’ dat het kind van Jozef en Maria Christ genoemd wordt, zonder het lidwoord.

Mattheüs 1:16

…and Jacob the father of Joseph, the husband of Mary, of whom was born Jesus, who is called Christ.

— NIV @1411

Fout!

Mattheüs heeft niet geschreven dat de baby Jezus Christus wordt genoemd. Indien een schrijver iets niet schrijft, mag diens vertaler niet doen alsof de schrijver het wel had geschreven. Wanneer een vertaler zijn eigen boodschap wil vertellen, dan moet hij de moeite doen een eigen boek te schrijven, maar niet woorden in de mond leggen van een andere schrijver.

Biografieën

In iedere (auto)biografie wordt de hoofdpersoon geïntroduceerd met zijn of haar naam. Indien deze naam ergens tijdens het leven van de hoofdpersoon verandert, en dus anders is dan bij de geboorte —een vrouw neemt bijvoorbeeld de achternaam aan van haar echtgenoot— dan wordt aan het begin van de biografie ook verteld wat de geboortenaam was. Dit is een essentieel bestanddeel van iedere biografie.

Mattheüs en Markus en Lukas en Johannes zijn in wezen schrijvers van biografieën over Y’hoshua. Indien Y’hoshua tijdens zijn leven een andere naam zou hebben gekregen, en hij zou onder die andere naam bekend zijn geworden, dan zouden de auteurs van de biografieën ons aan het begin ervan hebben verteld wat de geboortenaam was.

Ze doen dat echter niet. Er staat in de evangeliën niet dat Jezus werd geboren, en dat hij Christus genoemd wordt. Er staat dat Y’hoshua werd geboren uit Maria, en dat hij de gezalfde genoemd wordt.

Willem van Hanegem werd ‘de Kromme’ genoemd. Maar ‘de Kromme’ was nooit zijn naam! Zijn naam was Willem van Hanegem.

Y’hoshua werd ‘de gezalfde’ genoemd. Precies zo, dat was niet zijn naam! Zijn naam bleef van geboorte tot hemelvaart dezelfde, namelijk Y’hoshua, de zoon van Jozef uit Nazareth.

Hier volgt de tekst waarin Y’hoshua met zijn volle naam genoemd wordt. Dit is een belangrijk vers, want het beschrijft de essentie van de verwachting van de mensen die in het land woonden omstreeks het jaar 30. De Schriften (het oude testament) staan vol aanwijzingen dat er een messias komen zal —niet dat er een zekere meneer Christus komen zal— en hier wordt beschreven dat Filippus aan Nathanael vertelt dat die langverwachte messias nu werkelijk gekomen is. Met naam en toenaam wordt hij genoemd: Y’hoshua ben Yoseph van Nazareth.

Johannes 1:45

Filippus vond Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth.

— Statenvertaling
Johannes 1:45

Philip findeth Nathanael, and saith unto him, We have found him, of whom Moses in the law, and the prophets, did write, Jesus of Nazareth, the son of Joseph.

— King James Version

Ook hier zijn de bijbelvertalers het weer eens niet met elkaar eens. De Statenvertaling zegt “Jezus, de zoon van Josef, van Nazareth,” en de King James vertaalt “Jezus van Nazareth, de zoon van Jozef.”

Door de komma’s in de Nederlandse vertalingen wordt ‘de zoon van Jozef’ een bijzin, en het kost weinig moeite om te zien dat beide vertalingen ‘Jezus van Nazareth’ bedoelen, die de zoon is van Jozef. De Griekse tekst is niet eenduidig met ‘Iesous de zoon van Josef die van Nazareth.’

Ik denk zelf dat ze er allemaal naast zitten. De Schriften voorspellen een messias die uit Bethlehem komt, en die voorspelling wordt aangehaald in een gesprek tussen Herodes en de schriftgeleerden.

Mattheüs 2:3-6

De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd (geagiteerd), en geheel Jeruzalem, met hem. En bijeen vergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar ***de*** Christus zou geboren worden. En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet: En gij Bethlehem, land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israel weiden zal.

— Statenvertaling

Consistentie en coherence zijn woorden die duiden op samenhang, op ‘elkaar niet tegenspreken.’ Welnu, de oorspronkelijke bijbel is coherent, maar de vertalingen zijn het allerminst. De naam Jezus van Nazareth is een voorbeeld van incoherentie. Immers, vermelden de evangelieën niet duidelijk dat Y’hoshua uit Bethlehem komt?

Maar het was Miryam (Maria) die uit Nazareth stamt.

Lukas 1:26-27 En in de zesde maand werd de engel Gabriel van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth; Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. — Statenvertaling

en dat de stiefvader Jozef diegene is die uit Nazareth komt?

En het is Jozef, die weliswaar van het geslacht

JFB - 1:3. went … to his own city—the city of his extraction, according to the Jewish custom, not of his abode, which was the usual Roman method.

PNT - It was the Jewish custom to enroll by tribes and families. Joseph was of the family of David, and would have to be enrolled where that family had its landed inheritance.

Iedere suggestie dat de persoon in kwestie Jezus van Nazareth zou heten, is in tegenspraak met de oud-testamentische profetie en zou betekenen dat de schriftgeleerden gelogen hebben tegen Herodes.

Iedere vermelding, in bijbelvertaling of bijbelcommentaar of preek of blog, waarin ‘Jezus van Nazareth’ als naam wordt gebruikt, is fout. Als hij al een achternaam moet hebben, dan zou het Jezus van Bethlehem moeten zijn, want dat is zijn geboorteplaats.

En indien het inderdaad juist is, dat het een Romeinse methode betreft om iemand naar zijn woonplaats te vernoemen (Jezus van Nazareth) maar een joods gebruik is om naar geslacht en familie te worden genoemd, ook dan moet het zijn Jezus van Bethlehem.

De naam van de messias is Y’hoshua, de zoon van Jozef uit Nazareth.

Inconsistentie

De NIV heeft 15 keer Jesus of Nazareth. The King James zelfs 17 keer. De ASV elf keer. De Statenvertaling schrijft echter maar twee keer Jezus van Nazareth en de Leidse vertaling drie keer.

Wanneer Jezus van Nazareth werkelijk zijn naam zou zijn, dan was er niet zo’n beduidend onderscheid geweest tussen de verschillende vertalingen ten aanzien van deze ‘naam’.

Denk je dit eens in. Iemand schrijft een brief aan zijn zoon waarin hij vertelt dat hij lang geleden een man heeft ontmoet die Martin van Buren heette, die later President van de USA is geworden. De brief is geschreven in het Duits, en in de brief wordt de naam Martin van Buren welgeteld zeven keer genoemd.

Bijna tweehonderd jaar later wordt de brief ontdekt. Een vertaler krijgt een kopie van de brief toegestuurd en hij zet de brief over in de Engelse taal. In deze Engelse vertaling van de brief komt de naam Martin van Buren vijftien keer voor.

Een andere vertaler krijgt ook een kopie van de brief in handen en deze vertaler levert een Nederlandse versie, en nu komt de naam Martin van Buren drie keer voor.

Rarara wat klopt hier niet?

Antwoord: het vertaalwerk is knudde.

Precies zo is het met bijbelvertalers. En ik kan het weten want ik kom uit een familie van theologen en bijbelvertalers.

In de Griekse tekst wordt ‘Nazareth’ nergens gebruikt als onderdeel van de naam van de mashiyach. De reden voor het verschil in vertalingen is omdat bijbelvertalers met de naam hebben geknoeid. En theologen rommelen er verder wat mee aan. De Griekse tekst schrijft ‘Iesous, die uit Nazareth’. In de Griekse tekst wordt duidelijk gemaakt dat ‘uit Nazareth’ een aanduiding is van de plaats waar hij vandaan komt, niet zoals vooral de Engelse vertalingen volkomen verkeerd hebben, zijn achternaam.

Acts 10:38 Iesous, die uit Nazareth Mat 21:11 Iesous de profeet, die uit Nazareth Mr 1:9 Iesous, uit Nazareth

En waarom dit alles? Heel simpel, er waren meer mensen met de naam Y’hoshua. De aanduiding ‘uit Nazareth’ was een nadere aanduiding om hem van anderen met dezelfde naam te onderscheiden.

Dit vinden we bevestigd in het verslag over Pilatus toen hij aan het volk vroeg: willen jullie deze Y’hoshua (Bar Abbas) vrijlaten of deze Y’hoshua die de gezalfde wordt genoemd?

Als zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt Christus?

— Mat 27:17 - Statenvertaling

Als zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Y’hoshua Bar-abbas, of Y’hoshua die genaamd wordt de gezalfde?

— Mat 27:17 - Statenvertaling verbeterd.

De vertalers hebben er voor gekozen om de voornaam van Bar-abbas weg te laten. Misschien omdat ze het erg vonden dat een misdadiger dezelfde naam had als de heiland. Maar als je de voornaam van Bar-abbas weglaat, dan heeft de toevoeging van Pilatus geen zin “die genaamd wordt de gezalfde.” Hij had ook gewoon kunnen vragen: willen jullie dat ik Barabbas vrijlaat of Jezus?

Maar Pilatus bracht twee personen naar voren die beiden Y’hoshua genaamd waren: Y’hoshua bar Abbas en Y’hoshua ha Mashiyach, en daarom vroeg hij welke Y’hoshua hij moest vrijlaten.

Pas als je dit doorhebt, kun je begrijpen wat een ironie er ook nog in de achternaam bar-Abbas ligt besloten. Pilatus vraagt aan het volk: willen jullie dat ik Y’hoshua Vaderszoon vrijlaat, of Y’hoshua de gezalfde, waar immers Y’hoshua de gezalfde er steeds op heeft gewezen dat hij de zoon des mensen is, en de zoon van zijn hemelse vader.

Dus in diepste wezen stelt Pilatus de vraag: willen jullie dat ik Y’hoshua de zoon van een aardse vader vrijlaat of Y’hoshua de zoon van de hemelse vader? En het volk, opgezweept door de Priesters en de Rabbi’s en de Ayatollah’s en de Taliban en de Priesters en de Dominees, eist dat Y’hoshua Aardsevaderszoon mag blijven leven maar dat Y’hoshua Allerhoogstezoon moet sterven.

Voor een uitgebreide analyse van het fenomeen om een persoon nader te identificeren kun je het artikel over ‘Ebed-Melekh’ lezen.

Bijnamen

De man met de naam Y’hoshua, de zoon van Jozef uit Nazareth had diverse bijnamen: de zoon des mensen, de gezalfde, de koning der Yehudim, de eniggeboren zoon van Elohiym, de Netzer. Geen enkele van die bijnamen is zijn werkelijke naam; het zijn bijnamen die iets meer over hem vertellen, wie hij was en wat hij kwam doen. Maar zijn persoonlijke naam is Y’hoshua.

Een van de weinige theologen die bij deze verzen hierover iets zinnigs te melden had, was Adam Clarke, die in zijn commentaar op Matthew 1:16 schrijft:

…it should be regularly translated The Messiah, or The Christ; whichever is preferred, the demonstrative article should never be omitted.

Het bepaald lidwoord hoort nooit te worden weggelaten. Inderdaad. ‘Jezus Christus’ is altijd fout. ‘Jesus Christ’ is always wrong. Y’hoshua de christus, of Y’hoshua ha mashiyach; dit zijn de enig juiste manieren om aan te duiden dat Y’hoshua de gezalfde is.

Naam geven versus noemen

Tenslotte hebben we ook nog het woord van de persoonlijke boodschapper van de maker van hemel en aarde, de engel Gabri’el.

Lukas 1:26-32

En in de zesde maand werd de engel Gabri’el van Elohiym gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth, tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Yoseph, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Miryam. […] En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten Y’hoshua. Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en de heer YHWH uw Elohiym zal Hem den troon van Zijn vader David geven.

— Statenvertaling met oorspronkelijke namen

Zegt de engel Gabri’el hier soms dat Y’hoshua Christus genoemd wordt? Nee. Of Christ? Ook niet. Zijn naam zal heten Y’hoshua en hij zal genoemd worden ‘de zoon van de allerhoogste,’ dat zegt de engel.

  • Hoe heet hij? Wat is zijn naam? Y’hoshua.
  • En hoe wordt hij genoemd? ‘De zoon van de allerhoogste.’

Eenvoudig hè?

De schriftgeleerden beweren echter, dat overal in de bijbel zou staan dat Jezus Christus genoemd wordt. En de volgzame christenen geloven en omarmen het. Maar in de bijbel staat het niet.

De naam van de zoon van de allerhoogste is Y’hoshua, de zoon van Jozef, die uit Nazareth. Volgens Mattheus wordt hij ‘de gezalfde’ genoemd. Volgens de engel wordt hij ‘de zoon van de allerhoogste’ genoemd. Spreken dezen elkaar tegen?

Nee, want je kunt iemand een naam geven, en je kunt iemand op verschillende manieren noemen. Iemand noemen is namelijk niet hetzelfde als iemand een naam geven. Dit onderscheid is echter in het christendom uitgewist.

Een voorbeeldzin uit het Prisma woordenboek bij het woord ‘noemen:’ “Kees wordt genoemd als een van de kandidaten voor die functie.” Zie je? De naam is Kees en hij wordt als mogelijke kandidaat genoemd. Is zijn naam dan nu ineens Kees Kandidaat? Natuurlijk niet, en iedereen die denken kan zegt nee. Maar als het om Y’hoshua, de zoon van Jozef uit Nazareth gaat, dan zeggen de theologen en de dominees en de reli-bloggers ineens allemaal ja en amen.

Hier nog wat betekenissen van ‘noemen’ in de vorm van gezegdes.

  • Hij weet het niet eens! En dat noemt zich bijbelwetenschapper! Wordt hier beweerd dat de persoon waar het over gaat Bijbelwetenschapper heet?
  • Wat kun je nog meer zeggen over Y’hoshua? Nou, dat hij de zoon is van de allerhoogste, om maar wat te noemen. Is “de Zoon van de Allerhoogste” daarmee een achternaam geworden?
  • Kun je enkele bronnen noemen waar je dat vandaan hebt? Wordt daarmee gevraagd om die bronnen nieuwe namen te geven?
  • Noem eens wat eigenschappen. Worden al die eigenschappen nu achternamen?

Overigens, schriftgeleerden (bijbelwetenschappers) worden ‘addergebroed’ genoemd in de bijbel. Heten theologen daarom met hun achternaam Addergebroed? Zoals in: Prof. Dr. Liberace Addergebroed?

I rest my case. Christenen eren niet alleen een god-zonder-naam, maar als aanbidders van ‘Jezus Christus’ zijn het ook volgelingen van een man-met-een-verboden-voornaam-en-een-valse-achternaam. Maar ze willen het zo, daarom gaan ze er mee door. En dat is niet zo slim van ze, want vergeving van zonden ligt enkel en alleen in de naam van Y’hoshua, de zoon van Jozef uit Nazareth.

De aanduiding Y’hoshua, de zoon van Jozef, uit Nazareth is simpel, duidelijk, coherent, en doet als enige recht aan de voorspellingen van Mozes en de profeten.


  1. Perikoopopschriften. Tussen de bijbeltekst in staan tekstkopjes die in het kort de inhoud van de passage aangeven. Deze opschriften behoren niet tot de oorspronkelijke bijbeltekst. — Brochure en bestelformulier voor de NBV Studiebijbel, Uitgeverij Jongbloed. 


Glossary: 1
Thema: Theologisch woordenboek
Geschreven: 4 september 2020
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Onderwerpen » Woordenlijst » Bedoelde verwarring